Vijfentwintig jaar geleden leken de kernwapens die rondslingerden in de inmiddels zelfstandige delen van de voormalige Sovjet-Unie het grootste probleem dat resteerde nadat de communisten daar de moed hadden opgegeven.
In 1994 garandeerden de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Rusland daarom de veiligheid en territoriale integriteit van Oekraïne, waarop dat land zijn kernwapens overdroeg aan Rusland.
Veel mensen dachten dat ook de Chinese communisten wel zouden toegeven aan interne druk tot democratisering. Maar nadat de Chinese communistische partij de opstand in 1989 hardhandig had neergeslagen, resteerde slechts de iconische foto van de man die in zijn eentje een colonne tanks tegenhield. Internationale hulp kreeg hij niet. Integendeel!
Hoewel de Amerikaanse president Bill Clinton mensenrechten tot de prioriteit had bestempeld van het Amerikaanse beleid jegens China, gaf hij in 1994 toe aan druk vanuit het Amerikaanse bedrijfsleven. Het gedrag van de Chinese regering jegens dissidente onderdanen zou niet langer bepalend zijn voor de handelsstatus van most favored nation. Zo hielp het bedrijfsleven de Chinese communistische partij te overleven door deze op te nemen in het wereldhandelssysteem.
Kapitalisten en communisten kunnen het echter wel eens worden over handel, maar nooit over de waarheid. Dat wringt. Niet alleen bij inwoners van Hongkong. China laat de Amerikaanse toezichthouder op accountants (PCAOB) geen inspecties uitvoeren. Amerikaanse senatoren willen nu Chinese bedrijven met een beursnotering in de VS onder druk zetten. Als de PCAOB geen toegang krijgt tot controledossiers, wordt hun beursnotering geschrapt. Dat zou de accountant tot frontsoldaat maken in de strijd tegen de dictatuur.
We zullen zien of dat ervan komt. Beursreus Alibaba, sinds 2014 genoteerd in New York, maakt zich al op voor notering in Hongkong. En wat doen de immer sociaal bewogen institutionele beleggers in Nederland? Die zetten een China Forum op, waar ze kennis en ervaring kunnen uitwisselen over verantwoord beleggen in China.
Dit is een column van Paul Frentrop, expert op het gebied van corporate governance